Drie keer per jaar worden er coachinggesprekken met leerlingen gehouden. De gesprekken worden gevoerd tussen de mentor en de leerling.

Tijdens deze gesprekken staan de leerdoelen van de leerlingen centraal. Door met de leerling in gesprek te gaan, worden er een aantal doelen door de leerling opgesteld. Deze doelen worden op een persoonlijke coachingkaart geschreven, waarna de leerling een aantal maanden de tijd heeft om deze doelen te behalen. Er wordt een tussenevaluatie gedaan om te kijken hoe ver de leerling al is met het behalen van zijn/haar doel(en).

Na een periode van een aantal maanden zijn de doelen als het goed is behaald en wordt er weer een nieuwe coachingkaart opgesteld met nieuwe of aangepaste doelen.

De doelen komen vanuit de leerling en de mentor vervult hierin de taak van coach.

De doelen zijn voornamelijk op cognitief vlak.

Zowel de leerling als de mentor ervaren deze gesprekken als zinvol en het heeft een positief effect op de (leer)prestaties.